Belangrijke rustplaatsen

Trekbanen kraanvogels Europa.

De belangrijkste slaapplaatsen voor kraanvogels in Nederland. 1) Engbertsdijksvenen, 2) Strabrechtse Heide & Beuven
3) Groote Peel, 4) Aamsveen, 5) Haaksbergerveen, 6) Deurnsche Peel & Mariapeel.
(nummer 1-3: gebied mede vanwege aanwezigheid Kraanvogels aangewezen Natura 2000; nummer 4-6: potentieel broedgebied)

Recente ontwikkelingen in Noord-Brabant, Limburg en Overijssel

Het is aannemelijk dat de kraanvogel al eeuwen in Nederland doortrekt. Talrijke toponiemen verwijzen daar naar. Zo is het zuidoosten van Nederland met zijn omvangrijke heide- en hoogveengebieden vermoedelijk een belangrijk doortrekgebied geweest. De Groote Peel, Deurnsche Peel en Mariapeel en de Strabrechtse heide zijn belangrijke pleisterplaatsen in ons land. Van 1953-1998 verbleven in vier najaren meer dan duizend pleisterende kraanvogels in de Groote Peel met een maximum van 1.563 in 1963 (Van Seggelen 1999). Nog steeds is het gebied tussen Eindhoven en Venlo erg in trek als rustplaats. Na de eeuwwisseling is het belang van de Deurnsche Peel verder toegenomen. In 2006-2018 kwamen er al vier keer meer dan duizend kraanvogels aan de grond in het najaar, met een maximum van 4.500 in 2006! De laatste jaren worden er minder gezien in het najaar, maar neemt het aantal in het voorjaar juist toe met 920 in 2015 en 642 in 2018 (info: M. van Rijswick).

Afgelopen decennia kwamen er ook geregeld kraanvogels aan de grond in de: Engbertsdijksvenen (maximum van 250 in 2000/01), Aamsveen (o.a. maxima van 650 in 1979/80 en 500 in 2012/13) en het Haaksbergerveen (o.a. maxima van 500 in 1988/89 en 300 in 2010/11).

Grote veranderingen in het Fochteloërveen en Dwingelderveld

En wat te denken van het Fochteloërveen en het Dwingelderveld. Na de eeuwwisseling zijn dit belangrijke gebieden geworden voor kraanvogels in Nederland. Kraanvogels verzamelen in het Fochteloërveen in de nazomer en overwinteren in beide gebieden. In het Fochteloërveen en het Dwingelderveld worden de kraanvogels al decennia nauwlettend gevolgd, vandaar dat voor beide gebieden een apart tabblad is aangemaakt onder pleisterplaatsen.

De ontwikkeling in het Bargerveen en omgeving gaat komend decennium waarschijnlijk nog verrassen. Naast het Bargerveen liggen net over de grens het Wietmarschermoor en het Rühlermoor. Deze hoogveengebieden zijn afgegraven en vernat en bieden kraanvogels nieuwe kansen. Tezamen gaat het om 6.500 hectare hoogveen.