2017 kraanvogelkuikens Fochteloërveen vliegen

In 2017 zijn in het Fochteloërveen 8 paren, waarvan er 7 broeden. Tijdens het broeden gaat het bij 3 paren mis; 4 paren krijgen kuikens, 2 ervan worden vliegvlug.

Droogte belemmert broedsucces

In het voorjaar zorgen nieuwe paren kraanvogels voor grensconflicten. De vaste broedparen houden de gelederen gesloten. In het broedseizoen zelf zijn er weinig conflicten gezien met nieuwe paren. De droogte had een groter effect. Delen van het broedgebied vielen droog en door lekke kaden wordt dit proces versneld. Broedplaatsen worden hierdoor ongeschikt, nesten worden gevoelig voor predatie en nalegsels blijven uit. Het broedsucces is gering; toch zijn er kuikens uitgevlogen.

Duttende kraanvogel op het nest, 20 april 2017. Door droogte wordt de kans op predatie van nesten groter. 
Veilige broedplaatsen en kuikenopgroeigebied

Nieuw aangelegde kades in de Schaapshokswijk liggen weliswaar in verboden gebied, maar worden geregeld door publiek gebruikt om te wandelen en de hond uit te laten. Het is een kwetsbaar deel van het hoogveen; daarom zijn er hekken geplaatst. In de randzone is het Compagnonsveld afgesloten voor publiek, zodat er rust komt in het kuikenopgroeigebied. Hier is het nodig omdat het territorium wordt omringd met paden en een weg en het hier steeds drukker wordt. Meer rust betekent meer tijd om te eten. Voor het publiek wordt de kans om de kraanvogelfamilie (vanaf de weg) te zien, overigens niet verkleind, maar juist vergroot. Want kraanvogels die zich veilig voelen, laten zich gemakkelijker zien.

Het duurt 11 weken voordat een kuiken goed kan vliegen. Al die tijd is het opletten, waken, verjagen, rennen, vluchten, poetsen en eten. Een kuiken moet vooral veel eten om in 2 ½ maand uit te groeien tot een volwassen kraanvogel. 

Paar met kuiken van zeven en halve week, 15 juli 2017.
Mannetje voert kuiken van 8 weken oud, 19 juli 2017.
Ervaren paren brengen kuikens groot

In 2017 zijn in het Fochteloërveen 8 paren, waarvan er 7 broeden. Tijdens het broeden gaat het bij 3 paren mis, 4 paren krijgen kuikens. De kleintjes zijn vaak lastig te tellen door de hoge vegetatie van pijpenstootje en pitrus. Bij 3 paren is 1 kuiken geteld en bij 1 paar 2 kuikens. Vermoedelijk zijn er meer kuikens geweest. Twee paren verliezen de kuikens. Eén al na enkele dagen, net als vorig jaar, het tweede paar na een maand. Het tweede paar heeft al een paar jaar achtereen kleine kuikens, maar het is nog nooit gelukt er één groot te brengen.

Paar met kuiken van enkele dagen oud, in de kern van het hoogveen. April 2017.

Twee ervaren paren brengen beide één kuiken groot. Eén paar broedt in het veen, het andere erbuiten. De paren hebben grote territoria en meerdere broedplaatsen beschikbaar als alternatief in geval van droogte. Twee kuikens op een totaal van 7 broedparen met een broedpoging, is 0,3 kuiken per broedpaar.