Natte zomer gunstig voor broedsucces kraanvogels

Na enkele hete, droge zomers is 2021 een opvallend nat jaar. Voor de vakantievierende mens niet altijd leuk, maar voor kraanvogels gunstig. Nederland verwelkomde maar liefst 46 paartjes, waarvan 40 een nest bouwden en eieren legden. In totaal werden 36 kuikens geboren en zijn er 21 uitgevlogen. Hierna het verslag.        

Noord-Nederland blijft de bakermat voor kraanvogels

In 2021 zijn 46 territoriale paren kraanvogels geteld in Nederland. Dat zijn er 6 meer dan in 2020. Noord-Nederland blijft de bakermat, met 32 paren. In het midden en oosten van het land is een geringe groei naar 11 paren, maar in het zuiden blijft het met 3 paren bescheiden.

In totaal hadden 40 paren een nest met eieren; daarvan kregen 24 paren kuikens. Er zijn 36 kleine kuikens geteld en uiteindelijk 21 uitgevlogen (gemiddeld 0,53 kuiken per broedpaar met nest). Een hele verbetering na een paar droge jaren.

Het aantal uitgevlogen kuikens is redelijk verdeeld over het land, maar het noorden steekt er met kop en schouders bovenuit.

In Drenthe en Friesland 32 paren en 15 kuikens vliegen uit  

In Drenthe en Friesland zijn 32 paren met een territorium vastgesteld. Het Fochteloërveen (9) en het Dwingelderveld (7) moeten het dit jaar beide met een paartje minder doen. Hoge waterstanden en geregeld stevige regenbuien maken broedplaatsen buiten natuurgebieden geschikt om te broeden. Daardoor treden er kleine verschuivingen op. In het Fochteloërveen baltste een paar nabij het hoogveen, maar broedde in een beekdal erbuiten. Daarnaast zaten (broed)paren in het Bargerveen (3), Drents-Friese Wold (4), Holtingerveld (1), Koelingsveld (1), Hijkerveld (1), Hart van Drenthe (2), bij Norg (2), Weerwille (1) en de Dellebuursterheide (1).

In het Dwingelderveld zijn minstens 7 kleine kuikens geboren en bij één paar 2 kuikens uitgevlogen. In het hart van Drenthe heeft een paar voor het eerst 2 kuikens grootgebracht. Ook op het Hijkerveld broedde een paar succesvol en zijn 2 kuikens uitgevlogen. Op het Wapserveld en het Doldersummerveld kregen twee paren 2 kleine kuikens en is bij beide 1 kuiken uitgevlogen.

Ook bij Norg was voor het eerst een paar succesvol met 1 kuiken. Zonder toezicht van vrijwilligers en Boa’s van Staatsbosbeheer was het waarschijnlijk al in de eifase misgegaan (kijkers en fotografen). Een deel van de nieuwe paren is minder schuw en past zich iets aan; nu de mensen nog. Dat het in het Bargerveen maar niet wil vlotten is opmerkelijk, gezien de gunstige ligging en de nabijheid van grote hoogveenrestanten.

Topjaar in het Fochteloërveen met 6 uitgevlogen kuikens

In het Fochteloërveen broedden 9 paren en zijn minstens 12 kleine kuikens geboren en 6 uitgevlogen. Vier paren brachten 1 kuiken groot en bij één paar vlogen 2 kuikens uit.

Overvloedige neerslag in de zomer, een divers voedselaanbod en rustig kuikenopgroeigebied zorgen voor een beter broedsucces. Op de foto: tweeling Fochteloërveen 2021.

Eén van de tweeling had een beschadiging aan de vleugel, maar kon na 15 weken toch vliegen. De combinatie van een hoog waterpeil, geregeld fikse buien en de aanwezigheid van kuikenopgroei- en rustgebied, levert een goed resultaat op. De betrokkenheid van een aantal bewoners en vrijwilligers speelt daarnaast een belangrijke rol in het broedsucces.

In het Fochteloërveen worden de kraanvogels elk jaar in kaart gebracht. Vervolgens blijft iedereen uit de buurt, en wordt het toezicht geïntensiveerd. Afgelopen tien jaar is hier geïnvesteerd in rust- en kuikenopgroeigebied. Voor de inrichting van het Fochteloërveld zijn voorstellen van Vogelbescherming overgenomen, en is een begin gemaakt met meer rustgebied. Daarna is geïnvesteerd in het Compagnonsveld en een paar jaar geleden heeft Vereniging Natuurmonumenten de situatie in het Smildegerveen verbeterd. Toch is er nog een lange weg te gaan, want de druk op het gebied blijft toenemen vanuit Assen en Veenhuizen.   

Door het hoge water zaten er paren kraanvogels op onverwachte plekken, zoals bij Norg. Man alert en vrouw bezig met het ontbijt voor het kuiken.

In Overijssel en Gelderland 11 paren en 6 kuikens vliegvlug

In Overijssel en Gelderland ging het om 11 broedparen. In Overijssel zaten broedparen in de Engbertsdijksvenen (1), Haaksbergerveen (4), Wierdense veld (2). In Gelderland broedden kraanvogels in het Korenburgerveen (3) en zat een paar op de Hoge Veluwe (1). In het Haaksbergerveen is 1 kuiken uitgevlogen. In het Wierdense veld zijn in de ‘kleine kuikenfase’ een paar met 1 en een paar met 2 kuikens gezien. Deze zijn ook alle drie uitgevlogen en waargenomen in het gebied. In het Korenburgerveen in Gelderland zaten 2 paren met 2 en 1 kuiken, waarvan 2 kuikens zijn uitgevlogen.

Al met al dus opnieuw een goed broedresultaat: tien paren brengen 6 kuikens groot! Ook in deze provincies spelen hoogveengebieden de hoofdrol.    

Noord-Brabant en Limburg 3 paren

In de Groote Peel (1), Mariapeel (1) en Deurnsche Peel (1) zaten kraanvogelparen. Er is gebroed in de Mariapeel en de Deurnsche Peel. Omdat hoogveengebieden voor een deel zijn afgesloten voor publiek is het geschikt als broedgebied. Door de vermesting groeien hoogvenen echter geleidelijk dicht met bomen, struiken en dicht braamstruweel, waardoor ze als kuikenopgroeigebied steeds minder geschikt worden. Door de randzone extensief in te richten met voldoende rust- en kuikenopgroeigebied ontstaan mogelijkheden voor veel dieren en planten.

Kuikenopgroeigebied en rust zijn cruciaal voor een goed broedresultaat.

Recreatiedrukte vraagt te veel van de natuur

Net als in 2020 is in 2021 de recreatiedruk erg groot, als gevolg van de coronacrisis. Veel mensen hebben behoefte aan natuur om te ontspannen en blijven in eigen land. Door de vele regen en een hoog waterpeil waren er gelukkig nog dagen dat het iets rustiger was. Tijdens de coronacrisis wordt eens en temeer duidelijk hoe weinig natuur er over is in Nederland, en hoezeer bestaande natuurgebieden onder druk staan in ons dichtbevolkte landje. Natuurgebieden worden platgelopen, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat.

De oude borden met ‘Niet toegankelijk tussen zonsopgang en zonsondergang’ zouden direct terug moeten keren in natuurgebieden. Daarnaast moet er structureel meer handhaving en toezicht komen. In het kerngebied Dwingelderveld was de recreatiedruk al groot, maar ook in het Fochteloërveen loopt het de spuigaten uit en mijden vaste bewoners het gebied in het weekend vanwege de drukte.

Kraanvogelwachters bedankt!

Het geld dat beschikbaar komt voor natuurherstel is een doekje voor het bloeden, hoewel er wordt gedaan alsof het de oplossing is. Als er structureel niets verandert, schiet de natuur er weinig mee op. De overheid is hier aan zet en moet haar verantwoordelijkheid nemen.

Tot slot: dank aan alle kraanvogelwachters! Hier vindt u een overzicht van de broedgebieden en de contacten ter plekke.  

  • Dwingelderveld: Joop Kleine, Ronald Popken
  • Drents-Friese Wold: Arend van Dijk, Widmar van der Meer, Harald de Graaff
  • Hijkerveld en Diependal: Bertil Zoer
  • Midden-Drenthe: Pauline Arends
  • Bargerveen: Eric Bloeming, Gerrit Bril
  • Fochteloërveen: H. Feenstra
  • Duurswouderheide: S. Scholten
  • Dellebuursterheide: Tom Jager
  • Engbertsdijksvenen: Rick de Ruiter, Gerrit Schepers, Rick Ruis
  • Aamsveen en Witte Veen: Kees Rosenbrand
  • Haaksbergerveen: Rick de Ruiter, Rick Ruis
  • Wierdense Veld: Mark Zekhuis, Gerrit Dommerholt
  • Korenburgerveen: Hans Rauwerdink
  • Deurnsche- en Maria Peel: Jeu van Rijswick, Boena van Noorden
  • Groote Peel: Boena van Noorden
  • West-Brabant: Dirk van Straalen

Heeft u aanvullingen op deze lijst, of op dit verslag, geef deze dan s.v.p. door via info@kraanvogels.net Hartelijk dank!